'Ik 2.0' is mijn tweede boek. Schrik niet, soms is het verhaal gewaagd, controversieel en progressief. Maar altijd eerlijk. Om een idee te krijgen over vorm en inhoud, kun je hier vijf fragmenten inkijken.


We hangen over de reling van een brug, kijkend naar het water. Ik voel dat Ron de tijd rijp vindt om voorzichtig opnieuw te polsen naar een toekomstbeeld.

“Geloof jij in de eeuwige liefde?” vraagt hij me.

“Ik kan daar niet meteen op antwoorden. Je overvalt me.”

“Hoezo, ik overval je?”

“Nou, simpelweg omdat ik mijzelf die vraag niet stel. Als ik er nu over nadenk … Ik zou stellen dat ik geloof in het verlangen naar eeuwige liefde. Als iemand je op het moment gelukzalig stemt, dan kun je verlangen dat dit eeuwig zo zal zijn. Maar dit kun je nooit op voorhand zeker weten. Dus dat wil ik niet weten.”

“Zelfs niet als ik je plechtig beloof jou altijd trouw te blijven?” probeert Ron.

“Maar Ron, zoiets kun je niet beloven. Alles is voortdurend in beweging. De dingen, de gebeurtenissen, de mensen. Dát is een zekerheid, Ron. Dat hou je niet tegen met beloftes. Veranderen is het enige dat blijft."


Het lijkt me dat geluk twee vormen kan aannemen. Creëren en genieten. Mijn inzet in deze buurt is een vorm van creëren. En het leidt tot duurzame vormen van geluk. Genieten is eerder geluk op geïsoleerde tijdstippen. Dit mag uiteraard ook.

Maar wie zich inzet voor gecreëerd geluk dat op die manier duurzaam wordt, legt funderingen. Ik kan me niet voorstellen dat ik gelukkig zou kunnen zijn enkel maar op basis van natuurwandelingen, een citytrip, een goed boek of een glas wijn.

In ieder van ons schuilt een artiest en een toeschouwer. De toeschouwer is de genieter. Hij staat in het publiek. Na de voorstelling is het afgelopen. Hooguit zal het optreden nog wat nazinderen. En dan kijkt hij weer vooruit naar een volgend optreden.

De artiest staat vooraan op het podium. Ook hij haalt plezier uit het optreden en de erkenning van het publiek. Maar ook de langdurige creatie van zijn stuk gaf hem voldoening. En intussen werkt hij misschien al aan een volgend stuk. Zijn geluk heeft een breder draagvlak.

Ik hou best van dit laatste soort geluk. Want anders dan bij het genieten lijkt dit geluk meer op vreugde. Ik hou ervan om mezelf opnieuw uit te vinden.


“Shibi vertelde me iets moois,” onderbreek ik de stilte. “Als 99% van de mensen achter mening A staat en 1% vindt mening B de juiste, dan hoef je niet per definitie het numerieke overwicht te volgen. Het is óf A, óf B.”

Toon denkt even na. “Niet helemaal,” antwoordt hij.

“Hoezo?”

“Dan is het óf A, óf B, óf C. Probeer er altijd rekening mee te houden dat het juiste inzicht misschien nog moet komen. Een voorbeeld. 99% van de mensen is veel te hebzuchtig, pronkzuchtig. Daar proberen we in de kerk regelmatig op te hameren. 1% van de mensen kiest voor meer soberheid. Deze visie wordt ondersteund door religieuze mensen, die zich bij voorkeur aan het celibaat houden. Maar mening C gaat verder. Ze sluit aan bij mening B maar vindt tegelijk het celibaat onzin. Want seks kan mooi en puur zijn. Dit is zelfs niet eens een nieuwe mening. Ze is al eeuwenoud maar we horen haar dood te zwijgen.”

Ik vind het een mooie analyse. Niet AB, maar ABC.

“De grootste gemene deler tussen alle religies is nog steeds een grandioos pakket. Cruciaal in een religie, vind ik, is dat ze adviserend is maar niet opleggend.”


Ik denk na over de religieuze slogan “Vasten is je hart vrijmaken van alle luxe”. Het hart is de vurige kern, de luxe is de plamuur. Het hart is je oordeelloze staat van zijn. Maar we dekken het allemaal af met plamuur. In dit geval geen luxe, maar oordeel.

Ineens valt me te binnen dat het beeld van plamuur over een vurige kern eigenlijk afkomstig is van Bonny. De vurige kern was in haar visie het seksuele verlangen. En de plamuur, dat was opnieuw het oordeel. Het oordeel dat dit alles taboe hoort te zijn. En pervers.

Het stemt mij tot diep nadenken. Zie ik dit juist? Het hart, je vurigste kern, omvat ook seksuele verlangens. Klopt dit wel? Maar natuurlijk! Seks is liefde. Het is een exponentiële vorm van liefkozen. Dus … vasten staat ook gelijk met seks. Seks die je moet vrijmaken van alle oordeel. Stop, in hemelsnaam, met het veroordelen van alle seksuele handelingen. Tenminste, als die door beide partijen als aangenaam bevonden worden. Stop met het halsstarrig verdedigen van het celibaat. Van monogamie. Het woord ‘luxe’ in de slogan verwijst niet naar de seks, maar naar het oordeel.

Het zijn de eerste religieuzen die zondigden aan deze ‘luxe’, door onze vurige kern te veroordelen. Ze maakten er vagevuur van. Ze vonden de duivel uit. Om hun religie kracht bij te zetten. Wat een vergissing. Het ligt nu nog steeds aan de basis van veel puriteins denken.


Het voelde als een vreemde beleving toen ik het haar vertelde. Omdat ik voor de eerste keer een kwetsbaarheid, een angst van mezelf deelde met iemand uit de eigen buurt. Voordien had ik het gevoel dat ik als een verpersoonlijking van God op hen overkwam. Uiterst behulpzaam en zonder eigen kwetsbaarheden. En dat was fout, denk ik nu. Want het omgekeerde verhaal, waarbij bijvoorbeeld de Syrische buurvrouw de moeilijke vlucht naar ons land schetste, was heel uitvoerig. Ik besefte dat ik een mens van vlees en bloed hoorde praten, en helemaal geen God. Dat zij helemaal geen masker droeg, terwijl ik dit misschien wel deed. En dus voelde het als een opluchting dat ik haar nu eens een eigen stukje pijn kon terug schetsen. Want zo leek ik ineens veel dichter bij haar te komen. Het was een verrijking.